Problemen met rekenen

Dyscalculie is een probleem met rekenen. De letterlijke betekenis is ‘niet kunnen rekenen’. Het uit zich in hardnekkige problemen bij het aanleren en automatiseren van de basisvaardigheden van rekenen en wiskunde. De problemen worden niet veroorzaakt door een gebrek aan intelligentie of te weinig onderwijs.

Dyscalculie maakt het dagelijks leven een stuk lastiger. Bij het boodschappen doen is het moeilijk om vlot met geld te kunnen omgaan, dienstregelingen van bus en trein zijn lastig te begrijpen en klokkijken gaat ook niet vanzelf.

Als dyscalculie niet tijdig wordt herkend, ontstaat er mogelijk geen goed beeld van de capaciteiten van de leerling. Hij of zij kan daardoor onnodig veel moeilijkheden ondervinden bij het rekenen en later bij wiskunde en andere vakken. Inspanningen geven weinig resultaat en leiden tot teleurstelling en demotivatie. De leerling kan zelfs emotionele problemen ontwikkelen, zoals gebrek aan zelfvertrouwen, faalangst, depressieve gevoelens of gedragsproblemen.

Leerlingen met dyscalculie zijn erg geholpen met gestructureerd onderwijs, waarbij de opgaven stap voor stap worden aangeboden. De leerlingen hebben moeite hebben met het automatiseren van het rekenen, zoals de tafels van vermenigvuldiging. Er is daarom veel herhaling en oefening nodig. Verder is het belangrijk ook aandacht te besteden aan emotionele ondersteuning. De leerling moet weer vertrouwen krijgen in eigen kunnen.

Met moed, beleid en heel veel geduld weet ik een leerling met dyscalculie rekenvaardigheden bij te brengen. Ondersteuning van school en ouders helpt daar uiteraard bij. Met een gestructureerd en gedetailleerd onderzoek ga ik na welke getal- en rekenvaardigheden de leerling al onder de knie heeft en waarop in kleine stapjes verder gebouwd kan worden. Ik gebruik daarbij allerlei materialen die het rekenen beeldend maken en waarmee de leerling erg geholpen is. Het plezier in rekenen kan zo weer terugkeren, waardoor er weer vorderingen worden gemaakt.